Het sociale netwerk LinkedIn telt inmiddels meer dan 135 miljoen leden. In het buitenland heeft het vooral de reputatie van een HR-toepassing te zijn, een tool om aan een job te geraken. De profielen hebben inderdaad veel weg van een cv en voor HR-professionals (zoals headhunters) is het dan ook een aangename biotoop om te vertoeven. Dat neemt niet weg dat alle functionaliteiten om een groot professioneel netwerk uit te bouwen en ook daadwerkelijk te netwerken onbenut zouden blijven. De bedrijfspagina’s en ook de groepen zijn uitermate populair.
Bij ons wordt LinkedIn in veel gevallen als een on line ‘Rolodex’ gebruikt: we voegen er al onze contacten aan toe maar doen er niet zoveel mee, tenzij misschien eens kijken naar het profiel. Veel gebruikers vergeten ook effectief te gaan kijken naar het netwerk van de contacten, zich bij nieuwe contacten te laten introduceren, de content (status, nieuws, presentaties, boekenlijstjes) te bekijken die contacten delen enz. Maar we willen het hier op de eerste plaats over de LinkedIn Groepen hebben. En vooral over hoe een beroepsvereniging of sectororganisaties hiermee moet omspringen. Zogenaamde Charities, die op een heel andere manier naar ‘leden’ kijken laten we hier even buiten beschouwingen.
LinkedIn biedt twee soorten groepen aan: open groepen en members-only groepen. In de praktijk stellen we vast dat de members-only groepen op te splitsen zijn in open-gesloten groepen en volledig gesloten groepen. De keuze om met één of meerdere formats te werken heeft op de eerste plaats te maken met de strategische doelstelling die men wil bereiken. Ik heb geprobeerd om in dit schema (PDF) enkele cruciale issues tegenover mekaar uit te zetten.
In de vakliteratuur wordt regelmatig gewezen op het mogelijke ‘gevaar’ van LinkedIn voor verenigingen, omdat het de grens tussen ‘gratis’ en ‘betalende ledenservice’ doet vervagen. Een bijna willekeurig citaat van een verenigingsprofessional:
“I use LinkedIn enough to know it could one day be a serious threat to traditional associations (if it’s not already). That’s why LinkedIn’s addition of more dynamic functionality to its discussion groups, it has once again raised the bar for professional networking among members of an industry – and this, in turn, puts more pressure on associations to add value to their members beyond what the members can get for free.”
Mijns inziens hoeven organisaties die goed nadenken bij het schema en daar gericht keuzes in maken helemaal niet bang te zijn van LinkedIn. In een interessant artikel in Associations Now (het tijdschrift van ASAE) legt Allen Blue, medestichter en Vice-President of Product Strategy bij LinkedIn uit dat organisaties vooral moeten focussen op wat ze goed doen. Als er geen resources zijn om een technisch platform up ad running te houden, dan kunnen ze best LinkedIn gebruiken. De conclusie lijkt me dat het in functie van concrete doelstellingen best mogelijk is om een waardevolle complementariteit te vinden in één of meerdere van deze formats van groepen. ‘Controle’ mag dan vroeger als het meest kritiek ervaren worden, vandaag is het vooral belangrijk de waarde te koesteren die deze nieuwe instrumenten kunnen bieden voor de organisatie.
Tip: zelfs al doe je er niet zoveel mee, het is best om een LinkedIn Groep aan te maken voor uw organisatie, al was het maar om te vermijden dat iemand dat in uw plaats doet.
Tot slot nog even de praktijk: Als ik de BSAE-LinkedIn groep bekijk, vind ik het op de eerste plaats belangrijk om een laagdrempelige omgeving te creëren waarbinnen professionals ongestoord van gedachten kunnen wisselen. Ondertussen stel ik vast dat ik meer mensen toegang ontzeg dan toesta. De activiteit op de groep zelf is beperkt en doet de vraag rijzen of de interactie met ‘derden’ (consultants, leveranciers, geïnteresseerden en ook enkele onduidelijke profielen) het geheel niet boeiender zou maken. Misschien was er wel een headhunter bij met dermate veel LinkedIn-expertise dat hij de recentste vraag over LinkedIn onmiddellijk had beantwoord. De vraag is dus effectief ook voor BSAE: is het tijd om de deur te openen ? Nu er een ‘body’ van een 150 verenigingsprofessionals hun weg naar de groep gevonden hebben, is er misschien wel ruimte voor externen…
Uit Zeppos #25 – 1/12/2011